Kanjertraining
Sinds augustus 2014 is de Emmaschool een ‘kanjerschool’. De methode Kanjer wordt in alle groepen gebruikt voor het aanleren en bewust maken van het kind in zijn omgeving. Kanjertraining is een methodiek die naast methodische lessen een werkwijze bevat waarbij leerkrachten, pedagogisch medewerkers en kinderen dezelfde ‘taal’ spreken. Het doel is het stimuleren van sociaal vaardig gedrag en het voorkomen of verminderen van sociale problemen zoals: pesten, conflicten, uitsluiting en sociaal teruggetrokken gedrag. Het blijkt dat veel kinderen na het volgen van de kanjertraining zich beter kunnen concentreren op school en betere leerresultaten behalen. De verklaring hiervoor is eenvoudig: de kanjertraining geeft kinderen handvatten in (lastige)sociale situaties. De training leert hen hoe ze zelf problemen kunnen oplossen en daardoor komt tijd en energie vrij die zo nodig zijn voor een evenwichtige ontwikkeling. Binnen de kanjertraining worden kinderen geconfronteerd met de gevolgen van hun gedrag. Deze informatie krijgen ze van hun klasgenoten en indien nodig van de leerkrachten. De kinderen worden geholpen in positief gedrag. Het motto is dan ook: ”Doe je niet anders voor dan je werkelijk bent”.
Het principe van de kanjertraining bestaat uit het bewust worden van vier manieren van reageren. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van vier typetjes en petten:
- Konijn (gele petgedrag) : Te bang, vermijdend, faalangstig en stil. Dit kind denkt slecht over zichzelf en goed over een ander.
- Pestvogel (blauwe petgedrag) : Uitdager, bazig, brutaal, pester. De pestvogel denkt goed over zichzelf, maar niet goed over een ander.
- Aap (rode petgedrag): Grapjurk, uitslover, meeloper, aansteller, malloot. De aap denkt niet goed over zichzelf, maar ook niet goed over een ander.
- Tijger (witte petgedrag): Is zichzelf, gewoon, normaal, te vertrouwen, aanspreekbaar op gedrag.
Ontwikkelen van positieve kwaliteiten
De training leert ieder kind om in haar/ zijn positieve kracht te komen. Dan komen de werkelijke kwaliteiten naar boven zoals: leiderschap (positieve kwaliteiten van de zwarte pet), humor en sfeer maken (positieve kwaliteiten van de rode pet), zorgzaam en invoelend, bescheiden (positieve kwaliteiten van de gele pet) Dit kind (tijger of witte petten gedrag) denkt goed over zichzelf en de ander. Tijdens de Kanjertraining staan vijf regels centraal:
- We vertrouwen elkaar.
- We helpen elkaar.
- We werken samen.
- We hebben plezier.
- We doen mee.
Digibordlessen
Kanjertraining werkt in de groepen 1-5 vanuit een verhaal. Voor de groepen 6, 7 en 8 wordt gewerkt met digibordlessen. De thema’s van de lessen zijn:
- Afspraken
- Hoe zie je jezelf
- We helpen elkaar
- Jezelf voorstellen
- Iets aardigs zeggen
- Gevoelens bij jezelf
- Gevoelens bij een ander
- Grenzen aangeven
- Vriendschap
- Van kritiek kun je leren
- Vertellen en vragen
- Luisteren en samenwerken
- Eerlijkheid
- Zelfbeheersing
- Er zijn mensen die van je houden
- Wensen en behoeften
- Rechten van het kind
- Internet en sociale media
- Toekomst
- Themalessen
Hoe leren we kinderen om te gaan met pestgedrag?
Uitschelden
Reactiemogelijkheden:
- Ik doe bang als een konijn en de pestvogel scheldt door en zoekt mij vaker uit als slachtoffer, want ik doe toch niets terug.
- Ik doe grappig als een aap en denk: op die manier red ik mijzelf hieruit. Andere kinderen denken dan vaak: die is gek! De pestvogel scheldt door of gebruikt mij (ik laat mij gebruiken) voor vervelende geintjes.
- Ik doe als een pestvogel. Ik scheld terug want dit pik ik niet. De pestvogel scheldt ook lekker door. Ik doe het dan niet goed, ik word beoordeeld als een sukkel, een rare of een aso. De kans is groot dat de ruzie verergert.
- Ik doe daarom als een tijger. De pestvogel scheldt mij uit. Ik zeg: Nou en! ….en loop weg. Ik gebruik mentale judotechniek. Dat doe ik door niet tegen te spreken maar te denken: als jij dat wil zeggen, ga je gang, maar ik heb geen zin om hiernaar te luisteren. Ik haal mijn schouders op en laat de pestvogels en de aapjes kletsen. Ik weet dat de pestvogel en het aapje altijd ruzie willen, omdat ze stoer willen doen of grappig willen zijn. Daarom ga ik het winnen. De aapjes en pestvogel krijgen hun zin niet. Ik laat mij niet uitdagen. Ze zijn niet wijzer. Ik maak keffertjes van hen!
Vals beschuldigen, spullen afpakken, schoppen, slaan, duwen, voordringen, bedreigen, de baas spelen.
Reactiemogelijkheden:
- Ik doe bang, als een konijn. Mijn tegenstander vindt mij dan een sukkel en gaat gewoon door.
- Ik doe grappig en raar, als een aap. Mijn tegenstander vindt mij dan raar en gaat gewoon door.
- Ik doe brutaal als een pestvogel. Ik scheld terug en ram erop los. Want ik pik dit niet. Mijn tegenstander ramt net zo hard of harder terug.
- Ik doe daarom als een tijger. Ik wil geen ruzie maken en ook geen sukkel zijn. Ik doe daarom als volgt: Ik let op mijn gevoel: ruziemaken is vervelend. Ik denk na wat ik wel en niet wil. Ik vraag of de pestvogel wil stoppen, want ik vind dit niet leuk en ik loop weg.
Reflecteren
In de kanjertraining wordt vaak gevraagd: is het jouw bedoeling om….jouw moeder teleur te stellen?….de juf kwaad te maken?…..deze jongen verdrietig te maken? De kanjertraining probeert elk kind in te laten zien dat het beter en prettiger is voor jezelf en voor een ander om je goed te gedragen. Bij de meeste kinderen is dat ook hun diepste verlangen. Iedereen wil toch een kanjer zijn!
Is het niet jouw bedoeling? Doe dan anders? Hoe ga je dat aanpakken? Hier krijgt het kind dan tips van de andere kinderen en eventueel van de leerkracht.
Is het wel jouw bedoeling? Dat is dan gelukt, maar dan heb je een probleem, het wordt niet geaccepteerd. Kinderen willen niet met je spelen als jij je zo gedraagt. Als je iedereen dwars wil zitten ben je op de goede weg.
De kanjertraining probeert elk kind in te laten zien dat het beter en prettiger is voor jezelf en voor een ander om je goed te gedragen. Bij de meeste kinderen is dat ook hun diepste verlangen. Iedereen wil toch een kanjer zijn!
Wij werken met het pestprotocol van Kanjer. Klik op de link hieronder om deze in te zien.
